West-Friesland nodigt initiatiefnemers voor zon en wind uit
West-Friesland heeft als eerste regio een regionaal beleidskader opgesteld voor zonneweides en kleine windturbines. Gemeenten nodigen initiatiefnemers met plannen hiervoor zich te melden voor 1 november. Het beleidskader werd onlangs in Bovenkarspel toegelicht aan grondeigenaren en projectontwikkelaars.
Tekst: Norbert Cuiper
Genoeg belangstelling is er zeker. Zo’n zeventig mensen zijn afgekomen op de informatiebijeenkomst in theater Het Postkantoor in Bovenkarspel. De aanwezigen worden verwelkomd door wethouders Fione de Vos-Janssen van gemeente Drechterland en Thijs Visser van gemeente Stede Broec. De Vos vertelt dat de gemeenten in West-Friesland aan de slag willen met duurzame energieprojecten, met behoud van het landschap en de agrarische sector. Dat is een behoorlijke uitdaging, gezien de diverse belangen en de vele regels.
Beleidskader
Om deze opgave te stroomlijnen is afgelopen zomer een beleidskader vastgesteld in zes van de zeven West-Friese gemeenten; alleen gemeente Koggenland doet niet mee. Het kader bevat duidelijke regels voor de aanleg van zonneparken en kleine windturbines in de regio. Het geeft de mogelijkheden aan hoe initiatieven van de grond kunnen komen. Met het beleidskader kunnen initiatiefnemers zich vooraf verdiepen in de regels waar de projecten aan moeten voldoen.
De gemeenten nodigen initiatiefnemers om voor 1 november 2023 hun interesse te melden bij de desbetreffende gemeente.
Betrokkenen
Bij het maken van het beleidskader waren experts betrokken, zoals planologen, landschapsarchitecten, omgevingsmanagers en ambtenaren. Ook de inwoners van West-Friesland zijn betrokken geweest. Ze hebben hun stem laten horen door een enquête in te vullen. De resultaten zijn meegenomen in het beleidskader, zoals de regels voor het betrekken van inwoners bij inpassing in het landschap en financiële participatie van inwoners in het project.
Ruimte voor zon en wind
“De West-Friese gemeenten geven met het beleidskader initiatiefnemers de ruimte om zon- en wind-projecten te ontwikkelen binnen de zoekgebieden,” zegt wethouder Thijs Visser van gemeente Stede Broec. Zoekgebieden zijn gebieden die in de Regionale Energiestrategie (RES 1.0) zijn aangewezen voor initiatieven voor zon en wind op land. Dat is gebeurd na overleg met bewoners en bedrijven, zegt Sigrid van der Valk van de gemeente Medemblik.
Van der Valk: “Afgelopen jaren zijn in alle gemeenten ateliers georganiseerd. Op deze bijeenkomsten spraken we met inwoners en ondernemers, inclusief agrarische ondernemers, om te kijken waar draagvlak voor was qua opwekking van duurzame energie. Dat is meegenomen in de RES 1.0 en in de bijbehorende zoekgebieden. De zoekgebieden voor zon bevinden zich vooral bij bedrijventerreinen, langs bestaande infrastructuur en in de buurt van onderstations.”
Inmiddels hebben de gemeenteraden van Hoorn, Enkhuizen, Stede Broec, Drechterland, Opmeer en Medemblik ingestemd met het beleidskader. De meeste gemeenten hebben lokale regels toegevoegd aan het kader. Zo sluit gemeente Drechterland grote windmolens uit, maar staat, onder voorwaarden, ook zonneparken op landbouwgrond toe. Stede Broec ziet dat laatste liever niet gebeuren, maar stemt er mee in, mits richtlijnen en aanbevelingen plaatsmaken voor ‘duidelijke regels’[1].
Efficiënter proces
Landschapsarchitect Clim Sorée van RHDHV heeft geholpen met het maken van het beleidskader. Het kader bevat landschappelijke beleidsregels, provinciale regels, regels voor participatie, een nettoets voor aansluiting en de te nemen stappen in het indieningsproces voor initiatiefnemers, zegt Sorée. “Doel van het beleidskader is duidelijkheid geven aan initiatiefnemers hoe West-Friesland ruimte wil geven aan initiatieven voor zon en wind. Ook is het kader bedoeld om het proces voor vergunningverlening efficiënter in te richten, zodat er helder is wat er gedaan dient te worden bij een initiatief.“
Concretisering zoekgebieden
Naast het beleidskader zijn de zoekgebieden in West-Friesland verder geconcretiseerd. De concretisering is vooral bedoeld voor gemeenten om te toetsen wat er kan in een zoekgebied, zegt Sorée: “Niet alles kan in een zoekgebied. Gemeenten hebben ook te maken met provinciaal beleid, zoals de omgevingsverordening, die inzicht geeft waar zonneweides binnen zoekgebieden mogelijk zijn en hoe groot ze mogen zijn. Zo dienen zoekgebieden te grenzen aan stedelijk gebied. Daarnaast zijn er regels voor bescherming van bijzonder provinciaal landschap (BPL), Natuur Netwerk Nederland (NNN), en regels voor bescherming van het regionale landschap, zoals de West-Friese Omringdijk.”
Eisen aan zonnevelden
De provinciale omgevingsverordening stelt voorwaarden aan zonnevelden, bevestigt beleidsadviseur zon Sjoerd Lodema van de provincie Noord-Holland. “In de praktijk blijkt vaak dat een locatie niet helemaal past. Dan bestaat de optie om met een aanwijzing stimuleringsgebied van de verordening af te wijken. Dit is maatwerk waarover het provinciaal bestuur besluit.”
Belangrijk in de afweging is of de locatie behoort tot beschermd landelijk gebied of regulier landelijk gebied. “De ontwikkelmogelijkheden in regulier landelijk gebied zijn aanzienlijk groter en eenvoudiger dan in beschermd landelijk gebied,” zegt Lodema. Aan de andere kant wordt beschermd landelijk gebied niet bij voorbaat uitgesloten in de zoekgebieden, omdat die gebieden aangeven waar draagvlak is, aldus Lodema: “Dat is nog steeds waardevolle informatie om te onthouden.”
Participatie
Initiatiefnemers van zonneweides moeten naast een vergunningsaanvraag ook een participatieplan indienen, zo staat in het beleidskader. In een participatieplan staat beschreven hoe bewoners worden betrokken over de ruimtelijke inpassing en hoe ze financieel kunnen meeprofiteren van het project. Initiatiefnemers hebben een inspanningsverplichting om 50 procent lokaal eigenaarschap te realiseren. Richtlijn daarbij is de Leidraad Financiële Participatie, zegt Sorée. “Het participatieplan vormt de basis voor het proces en de medewerking van de gemeente om de vergunning te verlenen.”
Kunnen zonneweides in beschermd landschap?
Als een zoekgebied in een provinciaal beschermingsregime zoals Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) of Natuur Netwerk Nederland (NNN) ligt, betekent dat niet automatisch dat er niks mogelijk is. Onder bepaalde voorwaarden is het alsnog mogelijk om een energieproject te ontwikkelen in deze gebieden.
Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL)
Het BPL bestaat uit diverse kernkwaliteiten. Als een initiatiefnemer aan kan tonen dat deze kernkwaliteiten niet worden aangetast, zijn er mogelijkheden. De kernkwaliteit ‘habitat voor weidevogels’ valt niet te verenigen met een energieproject. Een overzicht van de diverse landschappen en kernkwaliteiten staan in een toelichting (pdf-download. Bron: Provincie Noord-Holland). Een voorbeeld van een energieproject dat rekening houdt met het BPL is het Plan Winterzon in Uitgeest.
Natuur Netwerk Nederland
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is een landelijk netwerk van bestaande en nog te realiseren natuurgebieden met bijbehorende natuurverbindingen. Het is bedoeld om de biodiversiteit in Nederland te behouden en zo mogelijk te verhogen. De provincie zorgt voor de planologische bescherming van het NNN in Noord-Holland en samen met haar partners voor de realisatie en het beheer van dit netwerk. Ontwikkelen in NNN is onder voorwaarden mogelijk. Als u wil weten of uw initiatief in aanmerking komt kunt u de ‘Wegwijzer ontwikkelen in NNN’ bekijken.