Terug op het oude honk: Wies Thesingh

Wies Thesingh volgt Odile Rasch op als programmamanager voor de RES-regio Noord-Holland Noord. Vanaf 2018 hebben beiden samengewerkt aan de opbouw van het RES-programma in Noord-Holland Noord. Twee jaar geleden ging Wies bij de provincie Noord-Holland aan de slag als beleidsadviseur energie-infrastructuur. Welke uitdagingen ziet ze voor zich?

Wies Thesingh, de nieuwe programmamanager RES voor Noord-Holland Noord

Tekst: Norbert Cuiper

Wies, welkom bij de RES van Noord-Holland Noord. Hoe kijk je aan tegen je ‘nieuwe’ functie? 

“Ik ben heel benieuwd hoe het er nu voorstaat. Ik heb de eerste drie jaar meegewerkt aan de Regionale Energiestrategie (RES), als programmamanager. Hierbij hebben we de samenwerking opgebouwd en het proces van opstellen tot aan vaststelling van de RES 1.0 begeleid. In het begin wist niemand nog wat de RES was. Dat is nu allemaal anders. Het gaat nu veel meer over de uitvoering en de zoekgebieden zijn concreter geworden. Ik verwacht dat daardoor de gesprekken anders zullen zijn. Ik ben vooral benieuwd naar hoe de voortgang en de samenwerking nu is, en wat nu de belangrijkste uitdagingen zijn.” 

Heb je al een beeld van de belangrijkste uitdagingen? 

“Ja, maar dat heeft ook te maken met mijn vorige functie. Energie-infrastructuur is een belangrijke randvoorwaarde om al die duurzame energieprojecten aan te kunnen sluiten. Tegelijkertijd bestaan er ook slimme oplossingen, zoals met de energiehubs, waarbij opwek en gebruik wordt gecombineerd op dezelfde plek, zodat je minder hoeft te vragen van de energie-infrastructuur. Zo’n samenwerking, ook wel energiecollectief of -community genoemd, is tegelijkertijd ook weer ingewikkeld en nieuw.” 

Je voorganger Odile Rasch adviseert om de regio in te gaan, koffie te drinken en met een frisse blik te werken. Kan je iets met dat advies? 

“Jazeker. Odile en ik hebben heel fijn samengewerkt, in de eerste drie jaar voor de RES. Toen kwam corona en gingen we achter ons scherm verder. In die tijd ben ik overgestapt naar de provincie. Ik vind het leuk om het werk voor de RES weer op te pakken. Ik kijk uit naar de hernieuwde kennismakingen.” 

Voor velen ben je al bekend, voor anderen nog niet. Wat moeten die anderen van je weten? 

“Ik heb zowel bij de provincie als bij verschillende gemeenten gewerkt (Den Helder en Alkmaar, red). Ik zie dit als voordeel, omdat ik begrijp wat er bij deze organisaties speelt. Ik vind het fijn om als collega’s samen te werken, ook al werken we bij verschillende organisaties. We staan met elkaar voor dezelfde opgave. Laten we elkaar daarin opzoeken. Je mag het op de inhoud met elkaar oneens zijn, maar je werkt wel als collega’s samen aan hetzelfde doel.” 

Wat zijn volgens jou de prioriteiten voor de RES in Noord-Holland Noord komend jaar? Of moet dat beeld zich nog vormen? 

“Ja, dat moet zich nog vormen. Ik wil de prioriteiten de komende tijd ophalen bij de samenwerkingspartijen in de RES, zoals Odile ook adviseert. Ik wil vragen wat er bij hen speelt en hoe ik hen kan helpen. Ik zal me deze maand (september) vooral voeden met deze informatie. En daarnaast zijn we natuurlijk gestart met eerste stappen tot herijking van de RES. Daar zal komende periode ook veel aandacht naar uit gaan.” 

Je hebt afgelopen jaar veel kennis opgedaan over energie-infrastructuur. Wat heb je geleerd? 

“Het belangrijkste is dat het niet wij-zij is, tussen overheid en netbeheerders, maar dat je de opgave met elkaar hebt te doen. Dat uit zich op verschillende manieren: als je als gemeente een nieuw zoekgebied aanwijst, stem het dan af met de netbeheerder, tot en met: als er ergens een transformatorstation moet worden uitgebreid, ga tijdig met elkaar om tafel en richt voor de uitvoering een projectsamenwerking in. De samenwerking is op meerdere vlakken belangrijk, zowel bij planvorming als bij de uitvoering van concrete projecten.” 

Moet bij de RES meer aandacht komen voor netcongestie? 

“Iedereen is zich ervan bewust dat energie-infrastructuur randvoorwaardelijk is voor de energietransitie. Zeker omdat er vrijwel de hele regio sprake is van netcongestie. Ik ga ervan uit dat Liander altijd aan tafel zit bij de uitwerkingen van zoekgebieden en de projecten. Tegelijkertijd is het altijd goed om dit soort aannames te checken. Een overheid, netbeheerder en energiecoöperatie zijn hele verschillende organisaties. Zeker in samenwerkingen kunnen zaken over het hoofd worden gezien omdat de een ervan uitgaat dat de ander het wel regelt.” 

Hoe kijk je aan tegen deze stap? 

“Het voelt gewoon goed, om terug te gaan naar een vertrouwde plek, maar waar ook nieuwe uitdagingen zijn. Vijf jaar geleden was ik vanuit de gemeente Alkmaar gedetacheerd voor de RES, nu vervul ik dezelfde functie vanuit de provincie. Administratief is het een verschil, maar de rol is hetzelfde. Door mijn functie afgelopen twee jaar, als beleidsmedewerker energie-infrastructuur bij de provincie, heb ik een netwerk opgebouwd met netbeheerders en bij de provincie. Daardoor is mijn netwerk nu meer in balans voor deze nieuwe uitdaging.” 

Naar bovenNaar boven