‘Meervoudig ruimtegebruik moet worden beloond’

Zonneparken kunnen op diverse manieren een dubbelfunctie krijgen. Combinaties met kleinvee, natuurherstel en batterijopslag zijn eenvoudig en financieel haalbaar, maar voor zon met landbouw (agri-pv), recreatie of solar carports moet er geld bij. Dat zegt Sierk Hennes, projectleider bij Solarfields. Hij pleit voor meer kennis en realisme bij gemeenten op dit vlak.

Solar carport bij Lowlands-terrein in Biddinghuizen (foto Leo Jaarsma)

Tekst: Norbert Cuiper

Bezoekers van Lowlands, die vorige zomer met de auto naar Biddinghuizen kwamen, hebben al kennis gemaakt met ‘s werelds grootste solar carport: de parkeerplaats op het terrein in Biddinghuizen is sinds 2022 overkapt met 90.000 zonnepanelen. Samen zijn de panelen goed voor een opwekvermogen van 35 megawattpiek (MWp). Het project is een aansprekend voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik. Dit houdt in dat zonneparken naast de opwek van energie een extra functie krijgen. In dit geval: onder de overkapping met de zonnepanelen kunnen auto’s parkeren. En als er geen bezoekers zijn, houden grazende schapen het gras kort.

Grootste zonnepark
De solar carport is een project van Solarfields, marktleider op gebied van zon op land. Het bedrijf heeft veel projecten waarin meervoudig ruimtegebruik een rol speelt, zoals zonnepark Vloeivelden Hollandia in het Drentse Nieuw-Buinen. Hierbij staan zonnepanelen op stalen palen boven een waterstortbassin. Het Groningse zonnewarmtepark Dorkwerd staat ook op palen, maar dan boven een vuilstortplaats. Het park met 24.000 collectoren zal vanaf 2024 zonnewarmte leveren aan circa 10.000 huishoudens. En bij Fort de Pol in Zutphen, een voormalige vuilstort, draaien nu een zonnepark en een windturbine, om 1.400 huishoudens van stroom te voorzien.

Meervoudig ruimtegebruik
Gemeenten kunnen meervoudig ruimtegebruik als eis stellen aan ontwikkelaars bij de ontwikkeling van grootschalige energie opwekking. Volgens Hennes is het niet altijd eenvoudig om aan deze eis te voldoen. “Het hangt af van de grootte van het project en de vorm van meervoudig ruimtegebruik: dat bepaalt of er voldoende ruimte is in de businesscase om aan de eis te voldoen,” aldus Hennes. De projectleider van Solarfields vertelde dit op een inspiratiebijeenkomst over meervoudig ruimtegebruik in Bakkum.

Projectmanager Sierk Hennes van Solarfields tijdens de bijeenkomst over meervoudig ruimtegebruik (foto Cynthia Schild)

Breed begrip
Meervoudig ruimtegebruik is een breed begrip, zegt Hennes. Hij geeft aan dat dubbel ruimtegebruik wel eens anders wordt geïnterpreteerd, zoals een veld waarvan de ene helft is bedekt met zonnepanelen en daarnaast de andere helft is ingericht als landschap. “Het is belangrijk om eenduidige definities van meervoudig ruimtegebruik te hanteren, om verwarring te voorkomen. We volgen hierin de richtlijnen van de overheid.” Overigens is de meest voorkomende vorm van dubbel ruimtegebruik zon op dak, zegt Hennes.

Koppelkansen
Hennes vindt de discussie over meervoudig ruimtegebruik ‘supernuttig’. “Toen we bij Solarfields het eerste zonnepark ontwikkelden bestond deze discussie nog niet, maar we hebben afgelopen jaren veel gepionierd en geleerd. We kijken nu naar het effect op de omgeving en hoe we de weinig beschikbare ruimte zorgvuldig kunnen gebruiken. Dat vergt keuzes maken. Het blijkt een lastige afweging: we willen veel energie opwekken, maar het zonnepark ook zorgvuldig inpassen. We zoeken naar de zogeheten koppelkansen.”

Zonneparken nodig
Een groot deel van de opgave uit de Regionale Energiestrategie (RES) moet komen van grootschalige opwekking van zonne-energie, zegt Hennes. “Met alleen zon op dak red je het niet. Zonneparken zijn nodig om grote stappen te zetten in de energietransitie. Dit moeten we echter verantwoord doen. Met meervoudig ruimtegebruik kunnen we daarin voorzien. Hiervoor zijn meerdere opties, van hoger bouwen tot ecologische toevoegingen. We zijn vooral op zoek naar de parels, zoals de vloeivelden en vuilstortplaatsen.”

Zonnepark Vloeivelden Hollandia in het Drentse Nieuw-Buinen (foto Marcel de Jong)

Inpassing in landschap
Volgens Hennes gaat tegenwoordig meer dan tien procent van de investeringskosten naar de inpassing van een zonnepark, zowel landschappelijk als ecologisch. “Zonneparken hoeven niet te storen in het landschap. Zo zorgt een ringdijk ervoor dat de zonnepanelen nauwelijks zichtbaar zijn. Hierdoor ontstaat ook ruimte voor natuur en/of recreatie.”

Succesfactoren
Of meervoudig ruimtegebruik financieel haalbaar is bij aanleg van een zonnepark, hangt volgens Hennes af van drie succesfactoren:

  1. de beschikbaarheid van grond. Hennes: “Als er genoeg grond beschikbaar is, kunnen we de panelen ook meer uit elkaar leggen. In de tussenruimte kunnen dan bijvoorbeeld frambozenstruiken groeien.”
  2. de kostprijs van de installatie. Deze bepaalt de financiële haalbaarheid. “Alle dubbelfuncties zijn duur. Hoger bouwen van zonnepanelen kost geld.”
  3. complexiteit van de opgave. “Ecologisch herstel of batterijopslag is eenvoudiger te realiseren dan bijvoorbeeld agri-pv, zon met recreatie of solar carports, die financieel uitdagender zijn. En al is de aanleg van zonnepanelen langs snelwegen een logische keuze, het maakt de uitvoering wel lastiger,” aldus Hennes.

Complexe opties vallen af
In de praktijk blijven er naast de ‘parels’ nu slechts drie opties over. Hennes: “Dat zijn een zonneweide met grazers zoals schapen, een zonnepark met batterijopslag, en een zonneweide met in de berm een bijen- of vlinderhotel.” Andere opties vallen bij Solarfields tot nu toe af, omdat het teveel op de business case drukt. “Dat is jammer. Eigenlijk zou meervoudig ruimtegebruik meer moeten worden beloond. Dit kan door een extra prikkel in te bouwen in de SDE++, de subsidieregeling voor duurzame energie. Dit kan door meer voorrang te geven of een hogere vergoeding te regelen dan voor projecten zonder meervoudig ruimtegebruik.”

Vaart nodig om ambitie voor 2030 te halen
Hennes waarschuwt dat er meer vaart nodig is om het RES-doel voor zon op land voor 2030 te halen. “We hebben nog krap zeven jaar, terwijl de realisatie van een zonnepark circa vijf jaar duurt. Na het verkrijgen van de vergunningen hebben we minstens drie jaar nodig om het zonnepark te bouwen en aan te sluiten op het net. Hierdoor hebben we medewerking nodig van gemeenten en van netbeheerders. Het helpt ook als de RES-regio’s plekken aanwijzen waar we kunnen bouwen. Natuurlijk moet het zorgvuldig gebeuren, maar snelheid is ook belangrijk in dit proces.”

Hoe kunnen gemeenten helpen?
Hoe kunnen gemeenten helpen om meervoudig ruimtegebruik bij zonneparken te realiseren? Hennes: “Het helpt als beleidsbepalers zich in meervoudig ruimtegebruik verdiepen, want naast solar carports en panelen boven rood fruit zijn er vele andere opties mogelijk. Wij adviseren om breder te kijken, dus ook naar opties met oxiderende gronden, klimaatadaptatie, natuurherstel, recreatie en opslag in batterijen. Laat je hierover informeren door experts in het veld, zoals ecologen en waterschappen. Daarnaast helpt het als gemeenten zich realiseren dat er een gezamenlijk doel ligt voor 2030. We hopen dat ze hieraan meewerken en niet alleen op de rem trappen. We moeten nu keuzes maken voor de lange termijn.”

Solar carport in Biddinghuizen (foto Leo Jaarsma)
Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven