‘Energiecoöperatie lost energiearmoede op’
Elk dorp moet een energiecoöperatie hebben om duurzame energie lokaal op te wekken en aan bewoners te verkopen tegen een vaste, lage prijs. Dit is één van de manieren energie om betaalbaar te houden, zegt directeur Siward Zomer van EnergieSamen, koepel van energiecoöperaties in Nederland. ‘Straks smeken wethouders om plek voor wind- en zonneparken in hun gemeente’.
Tekst: Norbert Cuiper
Nu al ziet Siward Zomer dat energiecoöperaties zorgen voor betaalbare energie. Van de hoge energieprijzen, die voor veel onrust zorgen op de energiemarkt, hebben coöperaties nauwelijks last. Dat komt omdat ze over een periode van 15 jaar lang vaste prijzen rekenen voor de verkoop van duurzame energie die lokaal wordt opgewekt met wind en zon, legt Zomer uit. “Energie was eerst te goedkoop, en mensen hielden geen rekening met exorbitant hoge energieprijzen. Dat is met de oorlog in Oekraïne veranderd.”
De hoge energieprijzen zullen de komende drie, vier jaar aanhouden, verwacht Zomer. Toch ziet hij (bijna 40 jaar oud, ‘op de helft’ zegt hij zelf) de toekomst zonnig in. Als coöperatief directeur van EnergieSamen ziet hij het aantal energiecoöperaties in Nederland groeien. Het aantal leden van energiecoöperaties is in vijf jaar meer dan verdubbeld. De coöperaties zijn sterk afhankelijk van vrijwilligers, maar hebben ook professionele ondersteuning nodig. Deze hulp kwam eerst van diverse landelijke organisaties, zoals ODE Centraal waarvan Zomer directeur was. Vanaf 2018 fuseerden deze organisaties tot koepelorganisatie EnergieSamen.
Zomer houdt zich bezig met de lobby en belangenbehartiging voor energiecoöperaties die lid zijn van EnergieSamen. Daarnaast zwengelt hij ‘innovatie her en der’ bij duurzame energieprojecten aan. Opmerkelijk is dat Zomer geen technische achtergrond heeft, zo is af te leiden van zijn LinkedIn-pagina. Hij studeerde sociaal-politieke filosofie aan de Universiteit van Groningen. De studie komt hem nog steeds van pas, zegt hij. “De energietransitie is niet een puur technische, maar vooral een sociaal-politieke transitie. We krijgen meer zeggenschap over de energieproductie en de geldstromen die daarbij horen. Dat verandert de maatschappij. Als je dat begrijpt maakt dat het werk gemakkelijker.”
Wat doet EnergieSamen?
“We zorgen ervoor dat iedereen kan profiteren van een schone en betaalbare energievoorziening. Dat doen we door energiecoöperaties te faciliteren met het delen van kennis via webinars (zoals over lokaal eigendom) en expertgroepen die we organiseren. Ook beheren we een fondsdesk, een loket waar energiecoöperaties kunnen aankloppen voor kapitaal, afkomstig uit een ontwikkelfonds en een realisatiefonds. Daarnaast beheren we een it-platform voor de ledenadministratie en om contributie op te halen. We zijn nu vooral bezig met het proces, om de uitvoering in de regio neer te leggen. Daarvoor zijn mensen nodig, om de energiecoöperaties te besturen.”
Waarom moeten we duurzame energie lokaal opwekken?
“De hoge energieprijzen zetten extra druk op de energietransitie, dus we hebben alle duurzame energiebronnen nodig. Offshore wind, kernenergie, maar ook lokaal opgewekte groene stroom. Het voordeel van ‘eigen energie’ is dat we zelf meer zeggenschap krijgen over de productie en de bijbehorende geldstromen: elk dorp met een energiecoöperatie is nu spekkoper. Bewoners en lokale bedrijven kunnen hiervan financieel profiteren. Dit zorgt voor meer draagvlak, maar ook voor een gevoel van trots: als een project slaagt vieren bewoners een feestje in plaats van te protesteren.”
Dus elk dorp moet een energiecoöperatie hebben?
“Ja, met name omdat omwonenden en lokale bedrijven er financieel van kunnen profiteren. Dit is een sterkere drijfveer dan het ‘duwen’ vanuit een Regionale Energiestrategie. Ik voorspel dat wethouders, die nu nog tegenstribbelen bij de plannen voor de energietransitie, over twee jaar smeken om extra plek voor windmolens. Er ontstaat nu een andere dynamiek.”
Lost een energiecoöperatie energiearmoede op?
“Ja. Ik zie nu al dat de inzet van coöperaties leidt tot betaalbare energie. Dat komt omdat ook mensen met een laag inkomen voor een paar tientjes per jaar lid kunnen worden van een coöperatie, waardoor ze gedurende een periode van 15 jaar energie kunnen krijgen tegen een vaste, lage prijs. Een stabiele energieprijs gedurende langere tijd is niet alleen voor klanten fijn, maar ook voor aanbieders van duurzame energie. Daar kan je de lonen en inkomsten op aanpassen. Bij een sterke stijging en onzekerheid in de tarieven wordt dat lastig.”
Zijn de hoge energieprijzen een blijvertje?
“Ik verwacht dat de energieprijzen komende jaren hoog blijven. Ook onzekerheid over de levering van gas uit Rusland zal aanhouden. Ik verwacht een nieuwe Koude Oorlog. Aan de ene kant is dat een verdrietige situatie, maar er is ook een positieve uitkomst van de energiecrisis: mensen hebben geleerd hoe belangrijk het is om niet teveel afhankelijk te zijn van een land voor de import van energie. Het is beter om zelf onze energie op te wekken en te gebruiken.”
Dankzij hoge energieprijzen verdienen energiecoöperaties ook meer. Wat gebeurt er met dit geld?
“Energiecoöperaties maken geen winst in het model dat we voorstaan. Nu verkopen ze de lokaal opgewekte energie nog aan de markt, maar we willen een kostprijsmodel voor de opgewekte stroom die verkocht wordt aan de lokale gemeenschap. We hebben subsidie aangevraagd bij het Rijk om dit maatschappelijke model uit te werken.”
Hoe kunnen gemeenten energiecoöperaties helpen?
“Gemeenten hebben een belangrijke rol: zij dienen goede beleidskaders te maken, zodat de opgewekte energie tegen kostprijs lokaal wordt afgezet. Gemeenten kunnen hierop sturen en anticiperen met hun beleid voor ruimtelijke ordening, door een maatschappelijke tender uit te zetten, door een voor-investering te doen, of door daken beschikbaar te stellen voor zonnepanelen. Ook kunnen ze van initiatiefnemers een extra inspanning vragen door bijvoorbeeld een vorm van financiële participatie zoals lokaal eigendom te organiseren.”
Is financiële participatie het ei van Colombus?
“Niet altijd. Het gaat vooral om een fatsoenlijk proces, waarbij we de bezwaren van omwonenden serieus behandelen. Als je bijvoorbeeld samen een wind- of zonnepark bouwt, dan is het eerlijk dat beide partijen de helft van de opbrengst krijgen. De gemeente kan daarover beslissen. Een transparant proces waar mensen echt zeggenschap hebben is het ei van Columbus.”
Gaat lokaal eigendom altijd via een energiecoöperatie?
“Vaak wel. Een energiecoöperatie is dan wel de voor de hand liggende manier om dit te organiseren. Het is een uitkomst van een paar belangrijke basisvragen, zoals: wil iedereen meedoen? Is er sprake van een democratisch bestuursmodel? Om samen eigenaar te zijn van een zonne- of windpark is het handig om een juridische entiteit op te richten. Dan is een energiecoöperatie een logische vorm.”
Wat zijn de voordelen van lokaal eigendom?
“Ten eerste gaan de inkomsten geheel naar de energiecoöperatie als eigenaar, die daardoor de volledige winst behaalt. Dat is heel anders dan een aandeel of obligatie, waarbij investeerders zo’n 5 procent rendement krijgen en de extra winst missen. Ten tweede is het net als bij de andere vormen van financiële participatie mogelijk om een omgevingsfonds op te richten, waarmee omwonenden die niet lid zijn van de coöperatie kunnen worden gecompenseerd. Door de combinatie van energiecoöperatie en omgevingsfonds gaat de meeste winst naar de omwonenden.”
Het klimaatakkoord streeft naar minstens 50 procent lokaal eigendom. Is dit haalbaar?
“Ja. Veel wind- en zonneparken zijn al gebouwd op basis van afspraken vòòr het klimaatakkoord. Sommige parken halen 50 procent lokaal eigendom, anderen niet. Met de afspraak uit het klimaatakkoord komen we al een heel eind. Het is naast een algemeen landelijk streven ook de bedoeling om voor elk project minstens 50 procent lokaal eigendom te regelen. We hebben afgelopen jaren keihard gewerkt om dit voor elkaar te krijgen. Toch mislukt het soms, door onwil, of doordat de energiecoöperatie niet weet hoe dit aan te pakken. Maar met de huidige hulp is 50 procent zeker haalbaar.”
Waar is lokaal eigendom goed gelukt?
“In Noord- en Midden-Limburg is 64 MW aan windparken gebouwd, in het Leudal en bij Weert. Van idee tot de bouw nam slechts drie jaar in beslag. Er waren geen bezwaren of tegenstand. De windparken zijn volledig of soms voor de helft eigendom van diverse energiecoöperaties in de regio.”
Waar lukte lokaal eigendom niet?
“Er zijn talrijke zonneparken gebouwd zonder lokaal eigendom. Dat heeft te maken met de snelle ontwikkeling van dergelijke projecten. Ontwikkelaars dringen er bij de gemeente dan op aan om snel een vergunning af te geven, omdat ze anders subsidie mislopen. Als dit te lang duurt klagen ze dat de gemeente niet meewerkt. De gemeente kan echter wel een extra inspanning vragen van de ontwikkelaar om lokaal eigendom te realiseren.”
Tips voor lokaal eigendom
Siward Zomer geeft gemeenten die lokaal eigendom willen stimuleren de volgende adviezen:
- “Kijk op energieparticipatie.nl en de website van de Participatiecoalitie. Daar staat van de afgelopen drie tot vier jaar veel kennis en literatuur over financiële participatie, inclusief lokaal eigendom.
- Gemeenten kunnen energiecoöperaties ook helpen met ondersteuning, en vice versa. Een voorbeeld is Betuwewind, waarvoor zes jaar geleden drie man aan de keukentafel zaten. Namens EnergieSamen hebben we een gesprek met ze gevoerd, waarna ze besloten om het zelf te doen. De energiecoöperatie heeft nu meer dan duizend leden en heeft miljoenen op de bank. Dat zegt wel iets over hoe snel een energiecoöperatie kan professionaliseren.
- Gemeenten kunnen inzien dat energiecoöperaties zorgen voor goedkope stroom op lokaal niveau. In de Haarlemmermeer houdt de gemeente een windpark tegen, terwijl dat park volledig in eigendom is van boeren en omwonenden. Daarmee worden bewoners onthouden van goedkope stroom. Dat lijkt me niet wenselijk, zeker niet in deze tijd.”
Siward Zomer is uitgebreid geïnterviewd door Lex Bohlmeijer van De Correspondent. Lees of beluister het interview ‘Power to the people: geef de energiemarkt terug aan de burger’