Energietransitie in uw verkiezingsprogramma

De energietransitie verdient een duidelijke plek in het verkiezingsprogramma van elke partij. Niet alleen omdat het Rijk dat vraagt, maar omdat het gaat over de leefbaarheid, economische kracht en toekomstbestendigheid van uw gemeente.

Energiesysteem van de toekomst . Energie raakt ook uw gemeente en vraagt om keuzes  

De energietransitie verdient een duidelijke plek in het verkiezingsprogramma van elke partij. Niet alleen omdat het Rijk dat vraagt, maar omdat het gaat over de leefbaarheid, economische kracht en toekomstbestendigheid van uw gemeente. De komende raadsperiode (2026–2030) staan gemeenten voor één van de grootste opgaven van deze tijd: het toekomstbestendig maken van ons energiesysteem. Dit vraagt om duidelijke keuzes over waar en hoe we energie opwekken, verplaatsen en gebruiken. Voor inwoners, bedrijven en maatschappelijke voorzieningen. 

Het gebeurt nu. In uw gemeente  
Inwoners stappen over op warmtepompen of een warmtenet, elektrisch rijden wordt de norm, bedrijven willen verduurzamen. Het Rijk, provincies, gemeenten en netbeheerders bouwen aan uitbreiding van het energienetwerk. Al deze vernieuwingen kosten tijd, ruimte en samenwerking.  

Gemeenten zijn aan zet 
Gemeenten bepalen in de meeste gevallen waar ruimte komt voor windmolens, zonnepanelen, elektriciteitskabels, transformatorstations en warmtenetten. 
De energietransitie zal dan ook de komende vier jaar regelmatig op de raadsagenda staan. Vaak om lastige knopen door te hakken over: 

  • Waar komt ruimte voor energievoorzieningen?  

  • Draagvlak door participatie en communicatie  

  • Hoe blijft de energievoorziening betaalbaar? En hoe zorgen we voor een eerlijke verdeling, met oog voor onder andere energiearmoede.  

  • Verbinden van lokale en regionale besluitvorming 

  • Samenwerking met inwoners, regio, netbeheerders  en bedrijven

Hier krijgt de gemeenteraad mee te maken
Gemeenten doen dit niet alleen. In de Energieregio Noord-Holland wordt regionaal samengewerkt door provincie, gemeenten, waterschappen, netbeheerders, maatschappelijke partners, energiecoöperaties en het bedrijfsleven. Er wordt kennis gedeeld, er zijn subsidies en ondersteuningsprogramma’s. Zo is er ondersteuning voor lokale energiehubs, wordt er kennis gedeeld over slimme oplossingen bij netcongestie en zijn er ondernemersloketten.  

Voor de gemeenteraadsverkiezingen geven wij u graag een overzicht over de onderwerpen van de energietransitie waar u als gemeenteraad mee te maken gaat krijgen. Deze zijn grofweg onder te verdelen in:  

  1. Samenwerking rondom netcongestie.

  2. Samenwerken aan de uitbreiding van het stroomnet.

  3. Samenwerking rondom opwek van zonne- en windenergie.

  4. Samenwerking rondom warmte.  

 1. Samenwerking rondom netcongestie  

 De energietransitie staat of valt met de beschikbaarheid van elektriciteit. Zo worden CV-ketels vervangen door warmtepompen en stappen consumenten en bedrijven vaker over op elektrische voertuigen. Er wordt steeds meer geëlektrificeerd, waardoor alsmaar meer vraag is naar stroom en dat zal de komende jaren zeker niet afnemen. Hierdoor zit het stroomnet in Noord-Holland op veel plekken aan zijn maximale capaciteit. Dit noemen we netcongestie. De gevolgen hiervan zijn direct merkbaar in uw gemeente: 

  • Bedrijven kunnen niet uitbreiden of verduurzamen.  

  • Woningbouwprojecten komen stil te liggen.  

  • Maatschappelijke voorzieningen wachten op een aansluiting.  

Daarbij komt een urgent risico: op steeds meer plekken dreigt overbelasting van het stroomnet. Dit kan leiden tot stroomuitval en schade aan infrastructuur. Dit moet dus te allen tijde voorkomen worden. De wachtlijst alleen is niet voldoende om een betrouwbare elektriciteitsvoorziening te blijven garanderen. Vanaf de winter 2026-2027 voorzien de netbeheerders de eerste overbelasting van het provinciale elektriciteitsnet. Daarom zijn meer maatregelen nodig.  

Netcongestie raakt alles, van woningbouw tot economie. Als gemeente ben je aan zet. Door ruimte te maken, slim gebruik te stimuleren en lokaal draagvlak te organiseren, voorkom je stagnatie en houdt u regie op de toekomst van uw gemeente.  

Dit kunt u doen als gemeente:

  • Versnelde uitbreiding van het net  
    Werk actief mee aan ruimtelijke inpassing van kabels, transformatorstations en hoogspanningslijnen. Zonder ruimte géén uitbreiding.  

  • Benut het bestaande net slimmer  
    Ondersteun lokale initiatieven zoals energiehubs en bedrijventerreinen die samenwerken aan hun energievoorziening. Zet communicatie in om bedrijven te activeren en maak gebruik van provinciale subsidie- en ondersteuningsprogramma’s.  

  • Stimuleer besparing 
    Energie die niet gebruikt wordt, hoeft ook niet te worden opgewekt en getransporteerd. Gemeenten hebben een sleutelrol bij het stimuleren van energiebesparing. 

  • Reserveer ruimte  
    Zorg dat ruimte wordt gereserveerd voor energie-infrastructuur bij nieuwe ruimtelijke plannen, zoals woningbouw of uitbreiding van bedrijventerreinen. 

2. Samenwerken aan de uitbreiding van het stroomnet  

Om over te stappen op energie van dichtbij, minder afhankelijk te worden van het buitenland en om bedrijven en alle nieuwe woningen van elektriciteit te voorzien moet het stroomnet zo snel mogelijk worden uitgebreid. Dit moet gebeuren op alle niveaus: op het niveau van (A.) laagspanning, (B.) middenspanning en (C.) hoogspanning.  

A. Laagspanning, stroom in de straat  
De laagspanning voorziet huizen en kleine bedrijven van elektriciteit. Door de toename van warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen is dit netwerk op veel plekken overbelast. Netbeheerders leggen daarom extra kabels, vervangen oude leidingen en plaatsen meer elektriciteitshuisjes.  

Wat vraagt dit van gemeenten?  

  • Ruimtelijke planning en vergunningen voor werkzaamheden in de openbare ruimte  

  • Afstemmen met netbeheerder over de planning, zodat het past bij andere plannen zoals nieuwbouw, wegonderhoud of klimaatmaatregelen.   

  • Vroegtijdig informatie delen over toekomstige ontwikkelingen, zodat de netbeheerder het stroomnet op tijd kan uitbreiden of aanpassen.    

B. Middenspanning, stroom voor bedrijventerreinen en woonwijken  
Het middenspanningsnet transporteert elektriciteit van verdeelstations naar woonwijken en bedrijven. Dit net raakt snel vol. Netbeheerders leggen nieuwe kabels en bouwen extra verdeelstations.   

Wat vraagt dit van gemeenten?  

  • Ruimte voor nieuwe elektriciteitsstations  

  • Afstemming met de netbeheerder over locatie, inpassing en vergunningen   

C. Hoogspanning, ruggengraat van het landelijke net  

Het hoogspanningsnet vervoert stroom over grote afstanden. Om Noord-Holland van voldoende stroom te voorzien, zijn nieuwe verbindingen nodig. Vaak met impact op landschap en leefomgeving.  

Wat vraagt dit van gemeenten?  

  • Meedenken over het plaatsen van nieuwe verbindingen en de inpassing  

  • Duidelijke communicatie en participatie richting inwoners  

  • Inspraak bij het Rijk  

Hoewel het soms ingrijpend is, is de uitbreiding van het hoogspanningsnet belangrijk. Het zorgt ervoor dat de netcongestie wordt opgelost, dat er weer genoeg stroom is voor iedereen en dat het stroomnet betrouwbaar blijft.    

3. Samenwerking rondom opwek van zonne- en windenergie 

De opgave voor de opwek van zonne- en windenergie is vastgesteld in de Regionale Energiestrategie (RES). Daarin staat het doel beschreven om in Nederland in 2030 ten minste 35 TWh aan grootschalige duurzame elektriciteit op land op te wekken, waarbij het streven is om zelfs 55TWh op te wekken in 2030. Dit is nodig om te kunnen voorzien in de groeiende vraag naar elektriciteit.  

Voor de RES is Nederland onderverdeeld in 30 regio’s. Noord-Holland heeft twee: RES Noord-Holland Noord en RES Noord-Holland Zuid. Beide hebben een eigen doelstelling voor 2030: 3,6 TWh voor Noord-Holland Noord en 2,7 TWH voor Noord-Holland Zuid.  

Deze ambities zijn in 2021 vastgesteld door de gemeenteraden, Provinciale Staten en de Algemeen Besturen van de Waterschappen en bevestigd in de Herijking RES 2024.  

Waar in uw gemeente? 
Actuele informatie over zoekgebieden voor zonne- en windenergie in uw gemeente vindt u in de RES-viewer. Die geeft u ook het antwoord hoe deze zoekgebieden zich verhouden tot relevant ruimtelijk beleid en waar projecten in ontwikkeling zijn. In het RES-dashboard vindt u actuele informatie over de voortgang van de uitvoering.   

In 2021 is de kaart met zoekgebieden vastgesteld en in 2024 is de kaart herijkt. Het kan zijn dat niets is veranderd. Maar het kan ook dat gebieden zijn afgevallen, bijgekomen of aangepast.  

De RES is een dynamisch document, waardoor ruimte is en blijft voor nieuwe initiatieven. Daarom is met ingang van 2025 de mogelijkheid om jaarlijks de RES-kaart te updaten. De ambitie voor 2030 en de uitgangspunten van de RES blijven staan.  

Gemeente aan zet voor de uitvoering 
De RES zit nu volop in de uitvoeringsfase. Zoekgebieden zijn verankerd in omgevingsbeleid en er vindt uitwerking plaats van concrete projecten. Toch gaat de uitvoering in de zoekgebieden te langzaam om de doelen in 2030 te halen.  

Gemeenten zijn hiervoor aan zet. Want er liggen nog voldoende kansen om bepaalde processen te versnellen en helder beleid te creëren. Zodat initiatiefnemers en inwoners weten waar ze aan toe zijn, hoe ze samenwerken en zo eenvoudig mogelijk tot uitvoering kunnen overgaan.  

Afspraken over de opgave na 2030 
In 2025 worden landelijke gesprekken gevoerd met het Rijk, de gemeenten, provincies, waterschappen en netbeheerders over de opgave van het energiesysteem ná 2030. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de opwek van duurzame elektriciteit, maar ook naar de warmtetransitie en de benodigde energie-infrastructuur. De opgave richting 2050 wordt nog veel groter dan de huidige energie-opgave. In de raadsperiode 2026-2030 wordt deze opgave concreet.  

Waar krijgt u als raadslid mee te maken tot 2030?  

  • Het faciliteren van inwonersinitiatieven en participatie. Bij planvorming kunnen inwoners en belanghebbenden meedenken en faciliteert de gemeente inwonersinitiatieven. 

  • Versnellen uitvoering door borging in beleid. Borg de RES-opgave in ruimtelijk beleid als basis voor vergunningverlening. Maak helder en uitvoerbaar beleid dat eraan bijdraagt dat initiatiefnemers en inwoners weten waar ze aan toe zijn. 

  • Extra inzetten op zonne-energie op bouwwerken. Dit maakt een groot onderdeel uit van de RES-doelstelling. Zet extra in op zon op grote daken en gebouwen, zon op parkeerplaatsen en zon op geluidsschermen. 

  • Mogelijkheden bieden om projecten te versnellen. Het elektriciteitsnet is overvol. Zorg ervoor dat projecten toch uitgewerkt worden en benut kansen om netcongestie te voorkomen of te ‘omzeilen’. Oplossingen als opwek-projecten koppelen aan grote stroom-gebruikers, opwek en vraag bij elkaar, opslag van elektriciteit en lokaal gebruik van opgewekte stroom worden steeds belangrijker. En kunnen bijdragen aan het doorgaan van ontwikkeling van wonen, werken en recreëren binnen uw gemeente.  

  • Nieuwe zoekgebieden jaarlijks toevoegen aan de RES-kaart door raadsbesluit. Blijf als gemeente openstaan voor nieuwe lokale initiatieven en zoekgebieden. Kijk daarbij naar mix van zonne- én windenergie, dat draagt bij aan betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de energievoorziening 

  • Besluiten over (strengere) normen voor (geluids)overlast. Uitgangspunten zijn de wettelijke normen en afstandscriteria. Als lokale overheid kunt u besluiten tot strengere normen. 

  • Toegevoegde waarde creëren voor landschap en natuur. Uiteraard moeten negatieve effecten op de natuur en de omgeving tot een minimum beperkt worden. 

  • 50% lokaal eigendom stimuleren. Daarbij wordt gestreefd naar een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten.

4. Samenwerking rondom warmte

In het klimaatakkoord is afgesproken dat we streven naar een klimaatneutraal land in 2050. Hierin is tevens afgesproken dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het verduurzamen van de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. Om gemeenten hierbij te ondersteunen ontwikkelt het Rijk wetgeving en verstrekt subsidies. Daarnaast ondersteunt de provincie Noord-Holland gemeenten bij de uitvoering met advies, kennisontwikkeling en subsidies.  

De verduurzaming van de warmtevoorziening is een cruciale pijler binnen de energietransitie. Gemeenten krijgen een steeds grotere rol waarbij ze keuzes moeten maken over warmtenetten, de afbouw van aardgas en het overschakelen op duurzame warmtebronnen. In lijn met het nationale Klimaatakkoord en regionale energieprogramma’s worden gemeenten gestimuleerd om kaders te stellen, samenwerking te organiseren en inwoners en bedrijven actief te betrekken bij de transitie naar duurzame warmte. 

Warmteprogramma  
Gemeenten hebben eind 2021 een transitievisie warmte (TVW) opgesteld. In dit document is op wijkniveau in beeld gebracht welk type duurzame warmtevoorziening het beste bij de wijk past. Ook is in dit document bepaald in welke wijk de gemeente start met het verduurzamen van de warmtevoorziening. Tegenwoordig wordt de TVW, warmteprogramma genoemd welke dient te worden opgenomen in het gemeentelijke omgevingsplan. Afspraak is dat gemeenten het warmteprogramma elke 5 jaar vernieuwen. 

Wet collectieve warmtevoorziening  
Uit het warmteprogramma kan blijken dat voor een deel van de gemeente een warmtenet de warmtevoorziening is met de laagste kosten. Tot op heden mag iedere organisatie een warmtenet ontwikkelen. Dit verandert echter als de wet collectieve warmtevoorziening (WCW) wordt aangenomen. Gemeenten krijgen met deze wet de regie op de ontwikkeling van warmtenetten. Zo wijzen gemeenten de gebieden aan waar warmtenetten gaan worden ontwikkeld, zogenaamde warmtekavels. Grotere warmtenetten (meer dan 1.500 aansluitingen) moeten in publieke handen komen. Warmtenetten met een omvang van minder dan 1.500 aansluitingen kunnen door private partijen worden aangelegd. 

Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie  
In gebieden waar een warmtenet de beste warmtevoorziening blijkt is het streven om daar op termijn het gasnet te verwijderen. Dit gebeurt om kosten te besparen en vanwege veiligheid. De gemeente krijgt met de wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (WGIW) de bevoegdheid om gebieden aan te wijzen waar warmtenetten komen en op termijn het aardgasnet wordt verwijderd. Deze wet is aangenomen en gaat op 1 januari 2026 in.    

Woningisolatie  
Een belangrijke eerste stap bij het verduurzamen van de warmtevoorziening is om te besparen op het energiegebruik. Gemeenten hebben van het Rijk geld ontvangen om eigenaren van slecht geïsoleerde woningen (Label D, E, F of G) en/of een laaginkomen, extra te helpen bij het isoleren van hun woning. 

De ontwikkelingen gaan snel: 

  • Gemeenten werken hun warmteprogramma’s bij en leggen daarin vast welke wijken als eerste van het gas af gaan. 

  • De Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) zorgt ervoor dat warmtenetten straks grotendeels in publieke handen komen. 

  • De Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie (WGIW) geeft gemeenten de bevoegdheid om wijken aan te wijzen waar op termijn het gasnet wordt verwijderd. 

  • Subsidies helpen bewoners met woningisolatie en de overstap naar duurzame warmteopties. 

  • Er komen steeds meer mogelijkheden voor collectieve warmteoplossingen, zoals restwarmte, aquathermie en geothermie. 

Wat betekent dit voor de gemeenteraad? 
De gemeenteraad speelt een sturende en faciliterende rol in het verduurzamen van de warmtevoorziening. Dat vraagt om afwegingen en beslissingen over beleid, financiering en participatie. Gemeenten moeten onder andere: 

  • Een warmteprogramma vaststellen waarin de strategie voor de warmtetransitie wordt uitgewerkt. 

  • Beslissen over warmtekavels, waarin gebieden worden aangewezen voor collectieve warmtenetten. 

  • Draagvlak creëren en participatie organiseren, zodat inwoners en bedrijven betrokken worden bij keuzes rondom warmtevoorziening. 

  • Zorgdragen voor financiering en ondersteuning, via subsidies en samenwerking met publieke en private partijen. 

  • Verbinding leggen met andere energieopgaven, zoals netcongestie en duurzame energieopwekking. 

Met deze aanpak kunnen gemeenten regie nemen in de warmtetransitie en zorgen voor een toekomstbestendige en duurzame warmtevoorziening. 

Meer informatie algemeen: 

Meer informatie over de programma’s Warmte, Energie-infrastructuur en de RES in Noord-Holland vindt u op de website van Energieregio Noord-Holland.  

Ook de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) helpt programmacommissies van lokale politieke partijen met suggesties voor de energietransitie. 

Warmte 
Omdat het verduurzamen van de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving veel kennis vraagt en erg complex is, worden gemeenten hierbij ondersteund door het Servicepunt Duurzame Energie (SPDE). Het SPDE adviseert gemeenten over technische, financiële en juridische zaken die betrekking hebben op de warmtetransitie.  

Sinds 2023 heeft het Rijk het Nationale Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) opgezet. Het doel van het NPLW is om gemeenten te ondersteunen bij de lokale warmtetransitie. Hiermee vervult het NPLW een vergelijkbare rol als het SPDE van Noord-Holland. Het SPDE stemt met het NPLW af om te voorkomen dat dingen dubbel worden gedaan.   

RES 
Voor algemene vragen en informatie kunt u terecht bij Nationaal Programma Regionale Energiestrategie. Specifiek voor RES Noord-Holland Noord en RES Noord-Holland Zuid vindt u alles op de website van de Energieregio Noord-Holland. Op deze twee pagina's leest u alles over de RES in Noord-Holland, met wie samengewerkt wordt, alle belangrijke documenten zoals de RES Herijking 2024, de RES Monitor, de jaarlijkse update en nog veel meer. 

Energie-infrastructuur en netcongestie 
Belangrijk onderdeel van Energieregio Noord-Holland is de Taskforce Energie-infrastuctuur. Die werkt samen met provincie Noord-Holland, netbeheerders TenneT en Liander, Gasunie en gemeenten aan een duurzaam en efficiënt energiesysteem dat de veranderende energievraag aankan. Daarnaast helpt de Taskforce bij vragen over netcongestie. Meer informatie over de Taskforce.