Kleine windturbines krijgen meer kansen
Kleine windturbines waren tot voor kort in Noord-Holland verboden, maar met de invoering van de Provinciale Omgevingsverordening 2020 zijn ze onder bepaalde voorwaarden toegestaan in het landelijk gebied. Voor wie is dit interessant? En hoe kunnen gemeenten hiermee omgaan? Hierover ging het tijdens een online kennissessie op 20 januari.
Vooral agrarische ondernemers hebben behoefte om kleine windturbines op hun erf te plaatsen, zegt Bart van Leeuwen van de provincie Noord-Holland. Hij ziet de animo onder boeren toenemen sinds het verbod is opgeheven. Hoewel kleine windturbines qua energieproductie weinig opleveren, kunnen agrariërs hun bedrijfsvoering ermee verduurzamen. “Dat streven wil de provincie niet ontmoedigen,” zegt Van Leeuwen tijdens de kennissessie ‘Kleine windturbines in Noord-Holland’. De sessie was online te volgen en trok met circa 200 kijkers veel belangstelling.
Besparen en subsidie
Windenergie uit kleine windturbines kan aanvullend zijn op zonne-energie, zodat agrarische ondernemers pieken op het elektriciteitsnet kunnen voorkomen, zegt Marc Schot van Liander. Daardoor kunnen ondernemers toe met een kleinere aansluiting op het net, waardoor ze kosten besparen. Voor kleine windturbines is ISDE-subsidie beschikbaar. Volgens accountmanager Pieter Koehoorn van EAZ Wind, fabrikant van kleine windturbines, is een kleine windturbine met subsidie binnen zeven tot tien jaar terug te verdienen, afhankelijk van opwek en verbruik op de locatie.
Voorwaarden
Omdat kleine windturbines wel impact kunnen hebben op het landschap heeft de provincie enkele voorwaarden gesteld. De ashoogte mag maximaal 15 meter zijn, maximaal één kleine windturbine per bouwvlak van minstens 1 hectare met een agrarische of stedelijke functie, en een goede ruimtelijke inpassing. Provincie Noord-Holland verwijst hiervoor naar de Handreiking Wind op land, maar gemeenten kunnen de provinciale regels concreter maken in hun beleid.
Beleid gemeenten
Gemeentelijk beleid is nodig om de vergunningverlening helder en soepel te maken, zegt Philippine van der Kleij, projectleider RES bij de gemeente Schagen. Uit het participatietraject voor de RES 1.0 bleek dat er in de Kop van Noord-Holland veel draagvlak is voor kleine windturbines tot 15 meter. Daarop ontwikkelde gemeente Schagen een afwegingskader voor kleine windturbines, mede op basis van ervaringen in provincies zoals Friesland en Groningen. Gemeente Schagen komt voor de zomer met een beleidsnotitie om de plaatsing van kleine windturbines vlot en gefundeerd te beoordelen.
Ervaringen in Groningen
Kleine windturbines zijn in Groningen al langer toegestaan, waardoor in die provincie meer ervaring is met de turbines. Ondanks regels over ashoogte en plaatsing bleek dat toch bezwaren ontstonden over de inpassing in het landschap, zo vertelt Arnoud Garrelts van stichting Libau, een adviesorganisatie voor ruimtelijk beleid en cultuur. Hij stelt dat investeren in het advies over goede plaatsing van kleine windturbines met inzet van landschapsdeskundigheid aan de voorkant loont. “Dit voorkomt een hoop gedoe door bezwaren die na plaatsing ontstaan.”
Maatwerk en procedures
Gemeenten doen er goed aan om heldere principes te formuleren voor het plaatsen van kleine windturbines, maar het is ook verstandig om ruimte te houden voor maatwerk, adviseert Garrelts. Volgens directeur Jeff Mühren van stichting MOOI Noord-Holland kunnen gemeenten veel leren van het voorwerk van gemeente Schagen. Hij adviseert om de procedures voor kleine windturbines te synchroniseren en raadt net zoals Garrelts ondernemers aan om eerst plaatsingsadvies in te winnen alvorens een aanvraag bij de gemeente te doen.
Ook voor niet-agrariërs?
Kleine windturbines kunnen ook interessant zijn voor andere ondernemers in landelijk gebied, zoals campingeigenaren of beheerders van zorgboerderijen. Met kleine windturbines kunnen zij zelf hun groene stroom opwekken. In de praktijk komt dit nog weinig voor. Volgens Garrelts zijn initiatieven voor kleine windturbines door niet-agrariërs op een hand te tellen. “Het is goed dat agrariërs eerst aan de slag gaan met kleine windturbines. Daar leren we van voor benutting op andere plekken, rekening houdend met andere belangen zoals natuur en welzijn,” aldus Mühren.
De kennissessie ‘Kleine windturbines in Noord-Holland’ werd georganiseerd door Energieregio Noord-Holland Noord samen met het Steunpunt Monumenten en Archeologie en de provincie. Tijdens de sessie vond een paneldiscussie plaats met Annika Blonk (stichting NMF), Pieter Koehoorn (EAZ Wind), Marc Schot (Liander) en Ton van Schie (LTO Noord). De uitzending is terug te kijken op de website van Energieregio Noord-Holland. Hier staan ook de presentaties en de contactgegevens van de sprekers.
Kennissessies
Kennissessies zijn bijeenkomsten waarin we kennis delen over onderwerpen die raken aan de RES.
Lees meer