Samen waait het beter. Windenergie langs het Noordzeekanaal
Windenergie als gedeelde opgave
De energietransitie vraagt om daadkracht én samenwerking. Een mooi bewijs hiervan zijn de windenergieplannen langs het Noordzeekanaal, waar Amsterdam en Zaanstad hun ambities bundelen. Beide gemeenten hebben in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES) de volgende stap gemaakt naar ‘aangewezen windgebieden’. In Zaanstad ligt de focus op bedrijventerreinen langs het kanaal, in Amsterdam op het havengebied. Hoewel de beleidskaders afzonderlijk zijn vastgesteld, ontstond al snel het besef dat de ontwikkelingen elkaar raken. Zowel visueel, ruimtelijk als maatschappelijk. De maatschappelijke noodzaak toont aan om plannen voor windenergie onderling af te stemmen.
“Als je vanuit het stadhuis van Zaanstad uit het raam kijkt, zie je windturbines die in Amsterdam staan,” vertelt een betrokken procesmanager. “Ook voor inwoners is het verschil nauwelijks zichtbaar of windturbines nu in Zaanstad of in Amsterdam staan. Daarom wilden we samen optrekken, ook richting de provincie.” Die gezamenlijke benadering leidde tot een intentieovereenkomst waarin afspraken zijn vastgelegd over afstemming, communicatie en ruimtelijke samenhang. De samenwerking is een gedeelde verantwoordelijkheid voor duurzame energieopwekking in een zwaarbelast gebied.
Van overleg naar intentieovereenkomst
De samenwerking ontstond organisch. Tijdens de uitwerking van het programma Windenergie Amsterdam werden buurgemeenten actief betrokken. Zaanstad volgde de ontwikkelingen nauwgezet en zag kansen om gezamenlijk op te trekken. De nabijheid van de zoekgebieden, de gemengde functies in het gebied (wonen en industrie) en de gedeelde ambitie maakten samenwerking logisch én noodzakelijk.
Bestuurders van beide gemeenten en de provincie kwamen bijeen om de impact van parallelle windontwikkelingen te bespreken. Een vooronderzoek toonde aan dat de plannen naast elkaar kunnen bestaan, mits goed afgestemd. “We wilden voorkomen dat inwoners van het kastje naar de muur worden gestuurd,” aldus een procesmanager. “Door samen afspraken te maken, zorgen we voor duidelijkheid en transparantie.” De intentieovereenkomst werd in vijf maanden tijd uitgewerkt. Juristen, procesmanagers en communicatieadviseurs werkten intensief samen om tot een gedragen document te komen. De overeenkomst legt niet alleen vast hoe de samenwerking verloopt, maar biedt ook houvast voor toekomstige projectteams en bestuurders.
Wat de samenwerking bijzonder maakt, is dat beide gemeenten hun eigen beleidskaders en bijbehorende participatietrajecten al hadden afgerond. Daardoor was er een stevig fundament om op voort te bouwen. “We wisten wat onze raden belangrijk vinden en wat er leeft onder inwoners,” aldus een van de betrokkenen. “Dat maakte het gesprek concreet en constructief.”
Provincie als verbindende schakel
De rol van de provincie Noord-Holland bleek cruciaal. Als bevoegd gezag voor het havengebied in Amsterdam en Zaanstad en als regionale regisseur van de energietransitie, was de provincie vanaf het begin betrokken. “Het is een regionale opgave die gemeentegrenzen overstijgt,” stelt een vertegenwoordiger van de provincie. “Juist daarom is het belangrijk dat wij als verbindende partij aan tafel zitten.”
De provincie hielp bij het stroomlijnen van het overleg, het verbinden van belangen en het bewaken van de voortgang. Ook bood de intentieovereenkomst een stevig politiek signaal: drie overheden die samen verantwoordelijkheid nemen voor duurzame energieopwekking. Dat versterkt het draagvlak en vergroot de slagkracht. Bovendien fungeert de provincie als stabiele partner in een dynamisch speelveld, waarin politieke en maatschappelijke discussies over windenergie soms hoog oplopen.
De samenwerking is niet alleen bestuurlijk van waarde, maar ook praktisch. Door afstemming over ruimtelijke inpassing, communicatie en participatie ontstaat een consistent verhaal richting inwoners. “We willen dat mensen begrijpen wat er gebeurt in hun omgeving,” zegt een projectleider. “En dat ze weten dat we samenwerken om dat zo goed mogelijk te doen.”
De zoekgebieden van Zaanstad en Amsterdam zoals die in de RES Viewer staan. Wil je de RES Viewer bekijken? Klik dan hier.
Samen bouwen aan vertrouwen
De windturbines zijn nog niet geplaatst, maar de samenwerking staat als een huis. In Amsterdam is inmiddels een kennisgeving gedaan door de provincie voor het voornemen voor een projectbesluit in het havengebied. In Zaanstad zijn meerdere initiatiefnemers bezig met de uitwerking van plannen. De intentieovereenkomst biedt een kader waarbinnen beide gemeenten hun eigen trajecten kunnen volgen, met blijvende afstemming.
Wat deze samenwerking krachtig maakt, is de gelijkwaardigheid. Beide gemeenten hebben hun eigen kaders, maar kiezen bewust voor gezamenlijke afstemming, met respect voor elkaars belangen. “We houden elkaar scherp,” zegt een betrokken ambtenaar. “En we bouwen aan een relatie waarin we elkaar kunnen aanspreken, informeren en ondersteunen.” Die relatie is essentieel, zeker in een langlopend traject waarin mensen kunnen wisselen van functie en nieuwe vragen ontstaan.
De lessen zijn helder: zoek elkaar op, deel informatie, betrek elkaar vroegtijdig en leg afspraken vast. Zo ontstaat niet alleen een robuuste samenwerking, maar ook vertrouwen bij inwoners, initiatiefnemers en bestuurders. Want windenergie mag dan zichtbaar zijn, de manier waarop je samenwerkt, bepaalt of het ook gedragen wordt.
Noot van de redactie: Op verzoek van de betrokken teams van Zaanstad en Amsterdam worden de namen van de geïnterviewden uit privacy-overwegingen niet vermeld.