OER-projecten brengen RES-doelen dichterbij

Jan Timmerman, projectmanager bij Rijkswaterstaat (foto Floor Fortunati)
In Noord-Holland wordt volop gewerkt aan grootschalige duurzame energieprojecten op Rijkswaterstaatgronden. Jan Timmerman, projectmanager bij Rijkswaterstaat, geeft een update over het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). Dankzij slimme samenwerking en bestuurlijke inzet komt de realisatie van zonne-energie langs snelwegen nu echt in zicht. En dat is goed nieuws voor de Regionale Energie Strategie (RES).

Versnellen met visie: OER en de A4/A44

De provincie Noord-Holland gaf onlangs een stevig duwtje in de rug van het OER-programma met een zogeheten versnellingsverzoek voor onder meer de A4 en A44. “Heel positief dat Noord-Holland dat heeft gedaan,” vertelt Timmerman. “De provincie toont daadkracht. Hiermee zijn bijna alle snelwegen in Noord-Holland opgenomen in het programma.”
Dankzij het versnellingsverzoek starten sommige trajecten nu al in 2025 of 2026, terwijl die oorspronkelijk pas later gepland stonden. Voor Rijkswaterstaat betekent dit: eerder middelen beschikbaar stellen en extra capaciteit inzetten. “Het is meer werk, maar uiteindelijk kunnen we de projecten sneller realiseren. En dat helpt om de RES-doelen op tijd te halen.”

A9 energieroute: van plan naar praktijk

Langs de A9, van Alkmaar tot en met Diemen, komt een aaneenschakeling van zonne-opwek: de Energieroute Noord-Holland. Het project bevindt zich nu in de planfase, waarin de bestemming van de bermen wordt aangepast van ‘verkeer’ naar ‘verkeer én energie’. “Dat lijkt een kleine stap, maar is in Nederland een formeel en zorgvuldig proces,” aldus Timmerman.

Er zijn al veel participatierondes geweest, en momenteel werkt ingenieursbureau Movares aan het officiële projectbesluit. We streven ernaar om het ontwerp-projectbesluit voor de zomer ter inzage te leggen, zodat later dit jaar het projectbesluit vastgesteld kan worden. Als dit goed verloopt, kunnen we in 2026 een tender uitzetten en op zoek gaan naar een partij die de Energieroute gaat realiseren.’’

Van verkenning naar voorkeursvariant: A7/A8 en Gooi en Vechtstreek

Niet alle projecten zitten in dezelfde fase. Zo bevindt het traject langs de A7 en A8 zich in de verkenningsfase. Timmerman: “In deze fase werken we nauw samen met gemeenten en inwoners om wensen en kansen in kaart te brengen. Dat levert waardevolle inzichten op.”
Voor de Zonneroute Gooi en Vechtstreek – een gebied met veel cultuurhistorie – is al een voorkeursvariant opgesteld. Omwonenden gaven verrassend genoeg aan dat ze liever méér opwek willen langs de snelweg, dan op andere plekken. “Dat is mooi, want dat helpt bij de ruimtelijke inpassing,” zegt Timmerman. “We streven ernaar dat deze variant dit najaar bestuurlijk kan worden vastgesteld. Dan volgt de planfase.”

Een unieke aanpak: snelwegen als zonne-opstellingen


Wat opvalt, is de gestructureerde aanpak van Noord-Holland. “De provincie heeft een heldere ruimtelijke keuze gemaakt: zonnepanelen op daken, zonnepanelen boven parkeerplaatsen én langs de infrastructuur. En daar handelen ze ook naar. Die duidelijke lijn is een mooi voorbeeld voor de rest van Nederland” aldus Timmerman.

Wat ook opvalt is dat de verschillende OER-projecten elkaar in fases netjes opvolgen. “Het is net een treintje. Ze volgen elkaar als wagons op. Dat maakt het proces overzichtelijk, efficiënt én zichtbaar. Over een paar jaar zie je dus echt verschil als je in Noord-Holland van A naar B rijdt. Dat vind ik prachtig” zegt Timmerman enthousiast.

Ook op provinciale wegen kansen voor opwek

Nieuw is dat Noord-Holland nu ook de opties voor zonne-opwek langs provinciale wegen verkent. De Westfrisiaweg is de eerste ‘OEP’ – Opwek Energie op Provinciegrond – in onderzoek. “Die wegen zijn smaller, dus de ruimte is beperkter. Maar als dit werkt, biedt dat perspectief voor veel andere locaties.”
Timmerman ziet het als een mooie aanvulling op het OER-programma. “We werken stap voor stap. Maar met elke fase komt duurzame energie dichterbij. Dat is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor de energievoorziening van morgen.”