Hoe maak je een windpark natuur-inclusief?
Van energiebron naar natuurbron
Zonne- en windparken zijn vaak grootschalige installaties die het landschap veranderen. Toch ziet projectleider Roeland Esser van Natuur en Milieufederatie Noord-Holland hierin juist kansen. “We willen laten zien dat energieparken meer kunnen zijn dan velden met objecten die stroom produceren,” vertelt hij. “Ze kunnen uitgroeien tot plekken waar biodiversiteit zich ontwikkelt.” Dankzij een kwaliteitsbudget van het Rijk (25 miljoen euro verdeeld over de RES-regio’s) wordt dit idee werkelijkheid. In Noord-Holland zijn vijf voorbeeldprojecten van de Participatiecoalitie Noord-Holland gestart waarin eigenaren, bewoners en ecologen samen onderzoeken hoe parken natuurinclusief kunnen worden ingericht.
Participatiecoalitie Noord-Holland
In Noord-Holland nemen de Natuur en Milieufederatie Noord-Holland (MNH) en Energie Samen Noord-Holland het voortouw in het vormen van regionale coalities en verdere samenwerkingsverbanden. Samen maken zij deel uit van de Participatiecoalitie Noord-Holland, die de doelen uit het Klimaatakkoord ondersteunt. Dat gebeurt door draagvlak te creëren en door duurzame relaties op te bouwen met lokale stakeholders. De schouwen waar Esser over spreekt zijn projecten van deze Participatiecoalitie, en vormen een tastbaar voorbeeld van hoe samenwerking leidt tot natuurvriendelijke energieoplossingen.
De kracht van de schouw
Centraal in de projecten staat de ‘schouw’: een gezamenlijke wandeling in en rondom een park om kansen voor natuurverbetering te ontdekken. Esser legt uit: “We kijken naar de ligging van het park, de aanwezige flora en fauna, en de beschermde soorten in de omgeving. Soms betekent dat dat bomen niet mogen worden geplant, maar dat juist lage struiken of natuurlijke oevers meer waarde hebben.” Tijdens zo’n schouw zijn niet alleen ecologen aanwezig, maar ook vrijwilligers, bewoners en de parkeigenaar zelf. Het is een breed samengestelde groep die samen kijkt naar wat mogelijk is.
De schouw levert vaak verrassende inzichten op. Zo bleken hazen zelf doorgangen onder hekken te graven, waardoor geplande passages overbodig waren. Maar ook zien we dat bij windturbines zeldzame bloemensoorten ongestoord kunnen voortbestaan en dat de natuur zich kan ontwikkelen voor insectensoorten, zoals kevers en bijen.
Bij een zonnepark werd zelfs een vossenhol gespot, een teken dat deze gebieden al spontaan natuurwaarden herbergen. Zulke vondsten maken duidelijk dat energieparken niet alleen technische installaties zijn, maar ook potentiële leefgebieden voor dieren en planten.
Samenwerken voor biodiversiteit
Het succes van natuurinclusieve energieparken staat of valt met samenwerking. Esser benadrukt dat parkeigenaren vanaf het begin betrokken zijn: “Je kunt dit niet tegen hun zin doen. We werken voornamelijk met eigenaren die enthousiast zijn en bereid om maatregelen te nemen.” Dat enthousiasme is cruciaal, want de subsidie dekt wel aanleg en aanschaf, maar het beheer en de monitoring blijven de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
Daarom worden plannen altijd gezamenlijk opgesteld. Ecologen brengen hun kennis in, vrijwilligers leveren lokale inzichten, en bewoners geven aan wat zij belangrijk vinden voor hun leefomgeving. Zo ontstaat een gedragen plan dat niet alleen biodiversiteit versterkt, maar ook rekening houdt met praktische zaken zoals onderhoud. Een trekker moet bijvoorbeeld nog steeds toegang hebben tot het terrein, wat betekent dat maatregelen slim moeten worden ingepast. Het resultaat is een realistisch en uitvoerbaar plan dat zowel natuur als energieopwekking ten goede komt.
Energieparken als verbindende plekken
De voorbeelden laten zien dat zonne- en windparken meer kunnen zijn dan productielocaties. Ze kunnen fungeren als veilige havens voor dieren, als verbindingszones tussen natuurgebieden en als plekken waar mensen samen werken aan een groenere toekomst. Een natuurlijke oever langs een zonnepark kan uitgroeien tot een paradijs voor insecten en vogels. Een heg of klimopstructuur kan laagvliegende vogels beschermen. En begrazing door schapen kan bijdragen aan een gevarieerd landschap waarin flora en fauna floreren.
Esser ziet hierin een bredere betekenis: “Het zijn mooie plekjes als ze multifunctioneel gebruikt kunnen worden.” Energieparken worden zo symbool voor een nieuwe manier van denken: niet óf duurzame energie óf natuur, maar juist én-én. Door slim te ontwerpen en samen te werken, kunnen we de energietransitie koppelen aan herstel van biodiversiteit. Dat maakt de parken niet alleen technisch waardevol, maar ook maatschappelijk en ecologisch betekenisvol.
Oproep
Het werk van de Participatiecoalitie laat zien dat beide hand in hand kunnen gaan. Door zonne- en windparken natuur-inclusief in te richten, ontstaat een toekomst waarin duurzame energie en biodiversiteit elkaar versterken. Ken je een zonne- of windpark in Noord-Holland dat baat zou hebben bij natuur-inclusieve maatregelen? Of ben je betrokken bij een project dat in aanmerking komt voor de subsidie? Neem dan contact op met Natuur en Milieufederatie Noord-Holland, mnh@mnh.nl.
Uitgebreide informatie van Provincie Noord-Holland over subsidie voor biodiversiteit en natuur vind je hier.