“Gemeenten verdienen steun én praktische oplossingen in de warmtetransitie”

Pim van Herk, programmamanager Warmte Noord-Holland Zuid.
Pim van Herk, programmamanager Warmte Noord-Holland Zuid, kijkt terug op een jaar waarin gemeenten steeds beter ondersteund werden bij hun complexe taak in de warmtetransitie. Vooruitkijkend naar 2026 ziet hij kansen om die ondersteuning verder te verdiepen en gemeenten sterker te maken in hun nieuwe rol.

Trots op 2025

“De warmtetransitie is heel ingewikkeld voor gemeenten,” vertelt Pim van Herk. “Voor het isoleren van woningen moeten ze subsidies aanvragen, rapporteren tot op vierkante meterniveau en ondertussen bewoners en bedrijven meenemen. Aan de andere kant moeten gemeenten op wijkniveau bepalen welke duurzame warmtevoorziening het beste bij de wijk past. Vervolgens moeten gemeenten aan de slag om de warmtevoorziening daadwerkelijk te verduurzamen. Door alle aandacht die het isoleren van woningen vergt, komen gemeenten nauwelijks toe aan het aanpakken van de warmtevoorziening. Ons doel is om dat proces soepeler te laten verlopen.”

Daarbij speelt het Servicepunt Duurzame Energie (SPDE) een sleutelrol. Van Herk is trots op hoe het servicepunt zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld. “SPDE is twee jaar geleden gestart en inmiddels echt op stoom gekomen. Ze kennen nu het netwerk van gemeenten en leveren concrete producten die gemeenten direct verder helpen.”

Praktische handvatten

Voorbeelden zijn de handreiking netcongestie bij nieuwbouw, die gemeenten inzicht geeft in hoe ze ondanks schaarste toch woningen kunnen blijven bouwen, en de handleiding kleinschalige warmtenetten voor kleinere gemeenten en buitengebieden. “Dat soort producten zijn goud waard,” zegt Van Herk. “Ze geven gemeenten praktische handvatten om hun warmtetransitie vorm te geven.”

Ook de Expeditie Warmtetransitie, een tweedaagse cursus voor nieuwe gemeentelijke medewerkers, werd ook dit jaar weer met veel waardering ontvangen. “Gemeenten hebben veel nieuwe mensen aangenomen die vaak uit andere werkvelden komen. Met deze cursus krijgen ze snel de basiskennis die nodig is. Dat helpt enorm.”

Daarnaast wijst Van Herk op de verdubbeling van het budget voor het Servicepunt, dankzij extra subsidie van het Rijk. “Daardoor kunnen we meer projecten draaien en meer gemeenten helpen. Dat is een belangrijke stap vooruit.”

Een ander belangrijk punt is dat het Servicepunt steeds beter inspeelt op vragen die bij meerdere gemeenten tegelijk spelen. “We zoeken heel bewust naar thema’s die breder leven. Als we daar een product van maken, zoals een handleiding of cursus, dan profiteren veel gemeenten tegelijk. Dat vergroot de impact.”

Samenwerking en nieuwe inzichten

Wat Van Herk bijzonder positief stemt, is de manier waarop gemeenten en provincie steeds meer samen optrekken. “We zien dat gemeenten niet alleen hun eigen problemen willen oplossen, maar ook bereid zijn om over de grenzen heen te kijken. Dat is belangrijk, want warmtebronnen houden zich niet aan gemeentegrenzen.”

Een voorbeeld is Haarlem, dat kijkt naar het benutten van restwarmte uit een datacenter in de Haarlemmermeer voor een warmtenet in de Waarderpolder. “Dat zijn bijzondere situaties waar we tot nu toe nog nooit mee te maken hebben gehad,” zegt Van Herk. “Het vraagt om nieuwe afspraken en samenwerking. Maar het laat ook zien dat gemeenten creatief en oplossingsgericht bezig zijn.”

Daarnaast wordt er gewerkt aan het verdelingsvraagstuk van schaarse bronnen. Gemeenten concurreren soms om dezelfde warmtebron, en dan is het belangrijk om samen te bepalen waar die bron het beste tot zijn recht komt. “Dat is pionieren,” zegt Van Herk. “Maar het is ook een kans om slimmer en efficiënter met onze middelen om te gaan.”

Geothermie in Andijk

Goede voornemens voor 2026

Voor het komende jaar ziet Van Herk duidelijke uitdagingen én kansen. Een belangrijk thema is de nieuwe Wet collectieve warmte, die gemeenten veel meer regie geeft. “Gemeenten moeten straks voor minimaal 50 plus 1 procent eigenaar worden van warmtebedrijven. Dat is een enorme verandering. Ze krijgen een rol die ze niet gewend zijn, maar die wel noodzakelijk is om de warmtetransitie te versnellen.”

Die nieuwe rol vraagt om kennis, organisatiekracht en samenwerking. “Sommige gemeenten zijn hier al mee bezig, anderen moeten nog veel stappen zetten. Het Servicepunt kan hen daarbij ondersteunen, door kennis te delen en praktische handvatten te bieden.”

Ook de focus op kleinschalige oplossingen blijft belangrijk. “In het buitengebied kun je geen grootschalige warmtenetten uitrollen. Daar moeten we kijken naar kleinschalige netten of andere duurzame warmteoplossingen. Het is goed dat we daar nu meer aandacht voor hebben.”

Daarnaast wil Van Herk dat gemeenten beter voorbereid zijn op de impact van netcongestie. “Warmtepompen en andere oplossingen kunnen het elektriciteitsnet extra belasten. Daarom moeten we slim kijken naar configuraties die die impact beperken. Dat vraagt om technische kennis, maar ook om samenwerking tussen gemeenten, netbeheerders en adviseurs.”

Samen sterker

Van Herk benadrukt dat de warmtetransitie niet alleen een technische opgave is, maar ook een sociale en bestuurlijke uitdaging. “Gemeenten moeten bewoners meenemen, bedrijven betrekken en nieuwe samenwerkingsvormen ontwikkelen. Dat is complex, maar ook inspirerend. Je ziet dat er steeds meer energie en creativiteit loskomt.”

Hij ziet 2026 als een jaar waarin gemeenten hun nieuwe rol verder gaan invullen. “Het Servicepunt blijft hen ondersteunen, maar uiteindelijk moeten gemeenten zelf de regie nemen. Dat is spannend, maar ook noodzakelijk. En ik heb er vertrouwen in dat ze dat kunnen.”